Historie
Het Groninger Studenten Corps ‘Vindicat atque Polit’ is de oudste studentenvereniging van Nederland. Daarnaast is het sinds jaar en dag één van de grootste studentenverenigingen van Groningen. Hieronder is de rijke geschiedenis van Vindicat te vinden. In verschillende kopjes zijn belangrijke gebeurtenissen uit het verleden belicht.
Op 4 februari 1815 werd in de herberg ‘Het Wapen der Zeven Provinciën’ op de hoek van Grote Markt en de Oosterstraat, op de huidige locatie van het Grand Theatre, het Groninger Studenten Corps ‘Vindicat atque Polit’ opgericht. De eerste Senatus Illustrissimus Studiosorum Groningae (senaat) werd gevormd onder leiding van rector B.J. Winter. De senaat bestond uit veertien studenten, derdejaars en ouder van de theologische, juridische en de medische faculteit. De senaat behartigde de belangen en vertegenwoordigde het volledige corps der studenten te Groningen.
‘Vindicat atque Polit’ werd gekozen als lijfspreuk en is Latijn voor ‘handhaaft en beschaaft’. In het wapen is dit gesymboliseerd door het zwaard (handhaven) en de vijl (beschaven) die over elkaar heen gekruist zijn. Inzet van deze leus was het idee dat de studenten hun eigen rechten en verworvenheden tegenover de academie en de maatschappij moesten handhaven. Beschaven was de opdracht aan de studenten zelf zich te ontplooien op alle mogelijke manieren.
Op 17 februari 1815 werd op initiatief van de senaat studentensociëteit ‘Mutua Fides’ opgericht, Latijn voor: wederzijds vertrouwen’. Mutua Fides is de oudste nog steeds bestaande studentensociëteit van Nederland.
Na het innen van de eerste contributies werd de sociëteit geopend op 3 maart 1815. Tot op heden wordt op deze dag van de opening, de ’socciedies’ gevierd (de verjaardag van de sociëteit). Het eerste Mutua Fides was gevestigd in herberg ‘Het Gouden Hooft’ op de hoek van de Guldenstraat, de Grote Markt en de Waagstraat.
De eerste Almanak
Een jaar na de oprichting komt het eerste boek uit: “Vindicat atque Polit: mengelingen door de Groninger studenten”, een verzameling verhalen en varia geschreven voor en door de studenten van Vindicat, uitgegeven ‘vanwege den Senaat’ - een soort vroege almanak zonder namenlijst.
In 1817 komt vervolgens de eerste studentenliederenbundel uit, de eerste in een reeks van vijf die zouden verschijnen gedurende de 19e eeuw. Vindicat publiceert een hoop vanaf haar prille bestaan. Er volgt een aantal periodieken waarvan de ‘Opregte Vindicater’, vanaf 1924 de ‘Der Clercke Cronike’, de ‘Vaporisator’ en de ‘Gollem’ de bekendste zijn. De Opregte Vindicater verschijnt nog steeds eenmaal per jaar, tijdens het driedaagse feest de Kermesse d’hiver, waarin smeuïge details staan over de leden van Vindicat, één en ander door een geheime redactie opgetekend en verspreid. Ook de Gollem bestaat nog steeds, tegenwoordig als maandblad. Maar het echte grote en belangrijkste boekwerk van Vindicat verscheen voor het eerst in 1829: de Groningsche Studenten Almanak. Het boek verschijnt sindsdien jaarlijks en wist in 1833 zelfs de uitgave van de universiteitsalmanak te doen staken.
De almanak van Vindicat werd als volledig ervaren en bovendien gaven de studenten massaal de voorkeur aan het nieuwe boek. De almanak verschijnt ieder jaar begin december. Tot die tijd heeft een commissie van acht redacteuren er vier maanden voltijds aan gewerkt in hun eigen kantoor dat voor de overige leden ontoegankelijk is. Het is een prestigeproject om de voorgaande almanakken te overtreffen, maar vooral ook om hem mooier, beter en innovatiever te maken dan de almanakken van de andere corpora.
Compagnie der Vrijwillige Flankeurs
De geschiedenis van deze compagnie gaat eigenlijk nog verder terug in de tijd dan het officiële oprichtingsjaar 1830. Al in 1665 ontstond er een groep studenten die zich de Compagnie der Vrijwillige Flankeurs noemt. De stad Groningen werd in dat jaar bedreigd door de Bernhard von Galen, de Bisschop van Münster, in Groningen beter bekend als ‘Bommen Berend’. Vrijwel alle honderdtwintig ingeschreven studenten meldden zich om de stad te beschermen.
Na twee maanden neemt de dreiging echter weer af en kunnen de studenten de collegebanken weer in. Zeven jaar later, in het rampjaar op 18 juli 1672 komt het daadwerkelijk tot een belegering en bestookt Bommen Berend de stad met talloze bommen, waardoor her en der in de stad brand uitbrak. De studenten bewaken het academiegebouw en de universiteitsbibliotheek met tonnen water.
Na vier maanden breekt de stad uiteindelijk het beleg op 28 augustus 1672 (Gronings Ontzet) en wordt de compagnie weer ontbonden.1830 komen de zuidelijke Nederlanden in opstand tegen Koning Willem I en scheidden zich af van het Koninkrijk der Nederlanden in wat later de Belgische Opstand zal heten. Om de vorst bij te staan en de opstand helpen te bedwingen marcheert op 27 november 1830 een groep van 117 vindicaters vanuit Groningen richting het front om de koning te helpen. Zij schaarden zich onder het banier van de ‘Vrijwillige Flankeurs Compagnie’ en namen zo deel aan de Tiendaagse Veldtocht. Het vaandel van die compagnie is vandaag de dag nog tentoongesteld in het universiteitsmuseum in Groningen.
Het Zwaardlied
Kort na de terugkeer van de Vrijwillige Flankeurs wordt het Zwaardlied geschreven door Vindicater en oud-almanakredacteur Jan Goeverneur, ook bekend geworden als ‘Jan de Rijmer’. Het lied kent vier coupletten en werd aanvankelijk gezongen op de melodie van het Wilhelmus. In 1890 componeerde L.A. Dokkum de huidige melodie. Tezamen met het Io Vivat wordt het Zwaardlied gezongen bij officiële gelegenheden wanneer de Senaat binnentreedt. In de Leeszaal op sociëteit Mutua Fides hangt als eerbetoon een portret van Jan Goeverneur, boven de deur naar het corpsarchief.
Post Chaos Lux
Rond 1840 was van het aanvankelijk liberale en anti-aristocratische karakter uit de tijd van de oprichting in 1815 weinig meer te merken op Mutua Fides: de zogenaamde 'kroegpartij' had het voor het zeggen en zij beheersten het leven op de sociëteit. Dit leidde tot grote ontevredenheid bij een omvangrijke groep leden van het corps. Deze groep wilde juist de nadruk leggen op het beschaven, veel meer dan op het handhaven. Zo hadden zij meer aandacht voor cultuur, literatuur en de ontplooiing van de leden – dan voor het ruige kroegleven. Zij konden zich met de gang van zaken op Mutua Fides niet langer verenigen.
De groep ontevredenen koos één van hen tot rector, maar de kroegpartij in de senaat wist de overdracht uit te stellen wegens het overlijden van een hoogleraar. Een meerderheid van de leden steunde vervolgens de kroegpartij in deze kunstgreep en als reactie hierop scheidden honderd leden (bijna een derde) zich op 21 februari 1841 af van het corps en richtten de studenten-vereeniging ‘Post Chaos Lux’ (PCL) op (Latijn voor: Licht na de Duisternis).
Deze afscheiding was anders dan de Upstalboom volstrekt vijandig van aard: Vindicat erkende PCL niet en wenste niets van deze club te weten. PCL op zijn beurt zette zich krachtig af tegen Vindicat. Het voerde talloze hervormingen door en kwam niet langer samen op Mutua Fides maar in plaats daarvan in café ‘Het Provinciale Coffijhuis’ (dat overigens was gevestigd op de plek waar in later, 1883 het eerste eigen Mutua Fides zou worden geopend). Ook bracht PCL een eigen studentenalmanak uit, een boek dat volgens tijdgenoten mooier en literair hoogstaander was dan alle tot dan toe uitgegeven studentenalmanakken.
Aanvankelijk was PCL een ware bedreiging voor het voortbestaan van Vindicat maar Vindicat nam snel de vernieuwingen van PCL over en na verloop van tijd stokt de aanwas van nieuwe leden voor PCL en begonnen alweer gesprekken over een hereniging met het moedercorps. Door allerlei oorzaken komt het uiteindelijk niet tot een hereniging maar worden de leden van PCL eenvoudigweg opgenomen door het corps en werd PCL uiteindelijk ontbonden op 9 december 1845. Sindsdien gaat het beschaven bij Vindicat vóór het handhaven, wat later ook in het wapen van Vindicat tot uitdrukking komt door de vijl over het zwaard te kruisen in plaats van voorheen zwaard over vijl.
Een eigen sociëteit
Acht jaar na de oprichting van Mutua Fides in herberg het Gouden Hooft verhuisde de studentensociëteit in 1823 naar een bovenzaal in het huis van weduwe Kuilenborg aan de noordzijde van de Grote Markt op nummer 8. Op 11 oktober 1838 werd een nieuwe locatie betrokken, namelijk de bovenwoning van het huis van de heer Eekhof. Het pand genaamd De Pool bevond zich op de hoek van de Oude Ebbingestraat en de Grote Markt. In 1860 werd het lidmaatschap van het corps en dat van de studentensociëteit versmolten: lidmaatschap van Vindicat hield automatisch lidmaatschap van Mutua Fides in. Na de inwerkingtreding van de Hooger Onderwijswet in 1876 nam het aantal studenten in korte tijd toe, waardoor De Pool te klein werd.
In datzelfde jaar 1876 wordt door de senaat Kamerlingh Onnes een systeem van eigen drankexploitatie ingevoerd. Dit zorgde voor grote opbrengsten voor de vereniging. Twee derde van deze opbrengsten moest ten bate komen van een voor eigen rekening en in eigen opdracht gebouwd sociëteitsgebouw. Daarnaast brachten opbrengsten uit het universiteitslustrum en een reünie in 1879 nog meer geld in de lade voor het eigen gebouw. Er werd een commissie van beheer van het fonds ten behoeve van een nieuwe sociëteit gevormd. Tezamen met de Bouwcommissie werd een premielening van Fl. 70.000 gulden uitgeschreven. Op 22 juni 1883 werd het nieuwgebouwde, eigen sociëteitsgebouw geopend op de Grote Markt 13.
In de loop der jaren wordt de sociëteit uitgebreid omdat het ledenaantal blijft groeien. In 1913 werd de benedenverdieping van het naastgelegen pand erbij betrokken en ingericht als nieuwe eetzaal. Het pand aan de noordzijde van de Grote Markt opgetrokken in Nederlandse Renaissancestijl zal uiteindelijk ruim zestig jaar dienstdoen als studentensociëteit.
Tijdens de bevrijding van Groningen op 17 april 1945 wordt het pand door beschietingen en brand verwoest. Alleen de oude eerste steen en drie van vier belangrijke kopstukken uit de Nederlandse geschiedenis en wat ‘bitterstenen’, konden worden gered van de sloophamer. Hugo de Groot, Boerhave en Erasmus en de overige overgebleven elementen zouden later worden teruggeplaatst in de nieuwe sociëteit op nummer 27. Het hoofd van ‘t Hooft ging helaas verloren en ondersteunt daarom niet het herbouwbalkon.
“Oh Mutua Fides”
Het sociëteitslied met de tekst: ‘Oh Mutua Fides, gij bliksems mooie Kroeg’ stamt oorspronkelijk uit de jaren 1884-1885 toen het tijdens sociëteitsavonden gezongen werd door de ad-hoc toneelgroep ‘De Meistreelen’. Het lied werd eerst gezongen op de melodie van het destijds populaire lied ‘Oh! Susanna’ (Stephen Foster, 1848) maar het heeft in Groningen in de loop van de tijd haar eigen wat afwijkende melodie gekregen. Oh Mutua Fides wordt nog steeds iedere woensdag en zaterdag na de jaarliederen gezongen.
Oprichting Magna Pete
Uit een wandelclubje van damesstudenten uit 1896, ’Pluvia’ genaamd, ontstond uiteindelijk een vrouwelijke studentenclub. De Groningsche Vrouwelijke Studenten Club ‘Magna Pete’ werd opgericht op 1 november 1898. Magna Pete betekent ‘streeft naar het grote’. Het was de eerste vrouwelijke studentenvereniging van Nederland en heeft in haar vorm navolging gekregen in Leiden, Amsterdam, Utrecht, Delft, Wageningen en Rotterdam. De club stond op wel goede voet met Vindicat, maar haar oprichting was noodzaak omdat de dames eerder het lidmaatschap van het corps was geweigerd.
Van 1930 tot 1 mei 1942 zetelt het clubgebouw in het pand van Vopel Bond op de Kreupelsraat 2, uitziend over de Grote Markt. Ook het clubgebouw is net als Mutua Fides verwoest bij de bevrijding van Groningen. Na de oorlog, als de studentenverenigingen weer uit de anonimiteit komen vond Magna Pete kort een plek op Westersingel 19a. Daarna werden nog kortstondig het gebouw van de protestante studentenvereniging VERA in de Oosterstraat, het Filologisch Instituut op de Oude Boteringestraat 32 en het huidige hotel Corps de Garde aan het Lopende Diep gebruikt als clubgebouw. Op 14 juni 1951 betrok Magna Pete eindelijk weer een eigen pand op Hofstraat nummer 16. Hier bleef Magna Pete gevestigd tot de uiteindelijke fusie met Vindicat op 1 mei 1970.
Van ontgroenen naar verplicht kennismaken
In 1919 werd bij Vindicat de groentijd afgeschaft en vervangen door de Tijd Van Verplichte Kennismaking (TVVK). Het lichamelijk ontgroenen werd verboden.
Tweede Wereldoorlog
Op 10 mei 1940 raakt Nederland betrokken bij de Tweede Wereldoorlog. Eenmaal bezet door de Duitsers werd een avondklok ingesteld en moest de Kroeg voortaan om 23.00 uur dicht. In het begin werd er nog clandestien ontgroend, later komt men alleen nog in buurtschappen verenigd bij elkaar langs.
Op 1 november 1941 werd Mutua Fides gesloten, omdat de Duitse bezetter het lidmaatschap voor Joden van niet-commerciële verenigingen zoals Vindicat verbood – wat strijdig was met de grondbeginselen en de wetten van het corps. Iedereen meldde zich af als lid en alleen de senaat bleef aan om bijvoorbeeld de boedel in veiligheid te brengen en te waken over de belangen van het corps. Senaat Van Nouhuys, die uiteindelijk vierenhalf jaar aanbleef verdient een ereplaats in de lange lijst van senaten sinds 1815. Mede dankzij hun doortastende optreden bezit Vindicat vandaag nog de belangrijkste gebruiksvoorwerpen uit het corpsverleden en is ook het corpsarchief de oorlog ongeschonden doorgekomen.
Bij de bevrijding van Groningen brandde het sociëteitsgebouw volledig uit en moest het uiteindelijk worden afgebroken. De meeste bezittingen waren echter vooraf in veiligheid gesteld buiten het sociëteitsgebouw maar toch kon niet worden voorkomen dat enkele kasten en ander meubilair met houtsneden wapens en ornamenten verloren gingen. De Senaatskoets bleef wel bewaard.
Corps de Garde
Na de bevrijding moest het studentenleven snel opnieuw worden opgebouwd. Omdat het oude sociëteitsgebouw was verwoest moesten de Vindicaters omzien naar een nieuw onderkomen.
Op 3 mei 1945 stelt de universiteit het voormalige universiteitsmuseum aan het Lopende Diep, de Oude Hoofdwacht ter beschikking voor tijdelijke huisvesting van studentensociëteit Mutua Fides. Daar werden de jaren 1940 tot en met 1944 kort na elkaar ontgroend. Tegenwoordig is er een hotel gevestigd genaamd ‘Corps de Garde’. In het hotel staat een boekenkast met een verzameling van bijna alle almanakken van Vindicat die zijn uitgegeven sinds 1829. Traditioneel wordt hier ieder jaar ook de nieuwe almanak aangeboden.
De Oude Hoofdwacht blijkt in 1945 veel te klein en weer werd er verhuisd. Mutua Fides werd in september naast het NS-station in een (nu verdwenen) villa aan de Emmasingel ondergebracht. Op deze plek bevindt zich vandaag de dag de Brailleweg, de oprit naar het Emmaviaduct.
De bouw van het zevende Mutua Fides
In 1947 werd het corpsherbouwfonds gesticht om de bouw van een nieuw sociëteitspand financieel mogelijk te maken. Door tegenwerking van de winkeliers van de Grote Markt werd het nieuwe gebouw niet aan de noordzijde maar aan de oostzijde van de Grote Markt gesitueerd, op de plaats waar eens het door de bezetters gebruikte Scholtenshuis stond. Deze grond was voor veel Groningse winkeliers vanwege haar geschiedenis te zeer beladen en viel daarom aan de studenten toe. Op 27 februari 1954 werd het zevende Mutua Fides op de Grote Markt 27 in gebruik genomen.
Kaalscheren afgeschaft
Tot 1968 was het gebruikelijk dat eerstejaars bij de verplichte kennismakingsperiode werden kaalgeschoren door de kapper Haak in een zaaltje naast de conversatiezaal (CZ). In 1968 werd dit afgeschaft en werd het Kapperhaakhok een ruimte die tot op de dag van vandaag dienst doet als garderobe.
Senaatscrisis
In 1969 trad de senaat Storm en met haar nog vele andere belangrijke bestuurscommissies van het corps, af. Dit alles werd veroorzaakt door de groepering getooid met de leus: ‘Ante Chaos Lux’, hetgeen vóór de chaos het licht betekent (zij grepen hiermee terug op de afscheidingsgroep uit de jaren veertig van de negentiende eeuw). De Ante Chaoten waren conservatief en voelden zich verraden door de senaat Storm die na aanvankelijk conservatieve beleidsvoornemens, steeds progressievere maatregelen begon te nemen, onder andere door het invoeren van vernieuwingen omtrent de Introductietijd en gedachten over verdergaande samenwerking met Magna Pete. Deze crisis zorgde uiteindelijk voor een progressievere koers van Vindicat.
Uitbreiding van het zevende Mutua Fides
In maart 1977 kwam de nieuwbouw achter het zevende Mutua Fides gereed. Het hierin gevestigde restaurant de ‘Hot Plate’ (HP) werd in dat jaar gebruik genomen. Op de bovenste verdieping van de nieuwbouw waren onder andere het GMAK, de Van den Berg-zaal en de senaatskantoren gevestigd. De onderste twee verdiepingen van de nieuwbouw waren eigendom van de Bondsspaarbank Noord Nederland die aldaar kantoor hield. Vindicat kreeg op deze onderste twee verdiepingen het eerste recht van koop. In 1990 werden de twee onderste verdiepingen uiteindelijk aangekocht. Later dat jaar kwamen nog eens twee panden aan de achterzijde van de sociëteit, gelegen aan het Martinikerkhof in bezit van het corps.
In de zomer van 1995 vond een ingrijpende verbouwing plaats aan de nieuwbouw. De senaatskantoren en sub-hokken werden van de bovenste verdieping verplaatst naar de onderste twee verdiepingen waar tot dan toe de lustrumkantoren waren gevestigd. De bovenste verdieping werd omgevormd tot een grote ruimte, genaamd de Koeroozaal. De Van den Berg zaal werd bij gelegenheid een verdieping naar beneden geplaatst. In 1998 werd na een ingrijpende verbouwing en vernieuwing met een feestelijke stuca de nieuwe mensa in gebruik genomen. Door de vele verbouwactiviteiten en de noodzakelijke toegenomen aandacht voor het pand kwam er in 1999 een nieuwe functie in de senaat: de senatus assessor aedificii societatis.
In 2000 werden aan de achterzijde van het gebouw extra brandtrappen geplaatst en vonden er vele andere aanpassingen plaats in het kader van brandpreventie en veiligheid. Na een lang traject kwam er in 2002 een nieuwe keuken in de sociëteit. Hiermee werd voldaan aan de wensen van de Voedsel en Waren Autoriteit en was de keuken kwalitatief verbeterd. In 2003 werd ook de spoelkeuken volledig vernieuwd om onder andere te voldoen aan de hygiënische normen en om de kwaliteit van het afwassen te verbeteren.
Eerste vrouwelijke Rector
Eerst twintig jaar na de fusie met Magna Pete, in 1989-1990 trad de eerste vrouwelijke rector aan bij Vindicat, aan mevrouw Heering de eer. Tot op heden, sinds de fusie met Magna Pete in 1970 zijn er drie vrouwelijke rectoren geweest bij Vindicat.
Loting
In het jaar 1990 vond een recordaantal nieuwe aanmeldingen plaats: 613 studenten wilden lid worden van Vindicat. Omdat er maar beperkt ruimte was op de sociëteit vielen er in dat jaar 174 mensen af door middel van loting.
Tegensenaat
In april 1993 vond er voor het eerst sinds lange tijd weer een senaatsverkiezing plaats. Wegens onvrede met het aanstellingsbeleid van voorgaande senaten, besloot een groep dissidenten onder leiding van de heer Faneyte tot het oprichten van een tegensenaat. Op 22 april 1993 werd de tegensenaat tijdens bloedstollende verkiezingen met een voorsprong van 23 stemmen op een totaal uitgebracht aantal stemmen van 987 gekozen als nieuwe senaat.
Tragisch incident
Vlak na de introductietijd van 1997 werd studerend Nederland opgeschrikt door een tragisch ongeval. Een eerstejaars lid van Vindicat overleed door de gevolgen van overmatig drankgebruik. Het was een zwarte bladzijde voor de vereniging. Daarna zijn maatregelen getroffen om risico's zoveel mogelijk uit te bannen en is bijvoorbeeld alcohol voor eerstejaars tijdens de gehele introductietijd verboden.
De huidige sociëteit; het achtste Mutua Fides
In 2002 ging Vindicat de eerste gesprekken aan met de gemeente omtrent de planontwikkelingen van de gemeente Groningen rondom de Grote Markt. Het plan behelsde dat de hele oostwand 17 meter naar voren zou worden geplaatst waarmee de vooroorlogse rooilijn werd hersteld en een intiemere Grote Markt zou ontstaan. Hierdoor ontstaat ook een grote ruimte achter Grote Markt; de Nieuwe Markt. Vindicat was bereid de oude locatie en grond op te geven en te verschuiven naar de hoek van de Grote Markt. In oktober 2012 werd met de bouw een aanvang gemaakt. Het achtste Mutua Fides is op 5 maart 2014 door de gemeente Groningen overgedragen, destijds door burgemeester Ruud Vreeman, in ruil voor het zevende Mutua Fides. Het nieuwe pand is op 21 juni 2014 ceremonieel geopend door Rector Magnificus van de Rijks Universiteit Groningen, Elmer Sterken .